Loes S.
"Een adem word een steen,
Vannacht ben ik weer alleen.
Samen met mijn derde hoofd blijf ik in discussie,
mijn echte leven word alsmaar een illusie,
Eigen ledematen die niet mezelf Zijn,
Eigen ogen weerspiegelen de pijn.
Ben ik wel alleen? Of zijn we met twee?
lk voel jou emotie, maar niet de mijne.
lk laat mezelf enkel verdwijnen.
Onder het gras van die rijke man,
Waar is mijn vrijheid dan?"
In de ochtend zon openen haar ogen,
Wanneer ze de warmte voelt
Half voorover gebogen.
Op een terras met uitzicht aan haar zijde.
Een grote bruisende stad
Zonder een of andere weide.
Ze zoekt haar rust in de natuur,
Maar in een stad zoals deze,
Zijn bomen gecreëerd uit zuur.
Ze zoekt haar uitweg om haar gedachten te
halveren,
In de ochtend zon, in de natuur
Daar stopt het creperen.
tik tik.
de regen vliegt tegen mijn gezicht
tik tik,
het lijkt alsof het enkel op mij is gericht
tik tik,
dit word echt een raar gedicht
tik tik,
mijn enge kelder staat niet meer verlicht
tik tik.
verder naar de kruipkelder staat een bericht
tik tik,
"de deur blijft dicht"
het is enkel op mij gericht.